Federale Overheidsdienst

Woord van de minister

Waarom losse tabak en vloeitjes verbieden?

Een maatregel van sociale rechtvaardigheid en volksgezondheid

Terwijl België de maatregelen om het tabaksgebruik te verminderen vermenigvuldigt, blijft een debat vaak onderschat: de discriminerende impact van losse tabak en vloeitjes, evenals de moeilijkheden die ze opleveren bij het controleren van het verbruik. Deze producten, goedkoper en gemakkelijk toegankelijk, dragen in grote mate bij aan het behouden van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen in een spiraal van verslaving. Als zodanig zou hun verbod niet alleen consistent kunnen zijn, maar ook noodzakelijk.

Een product dat de tabak "van de armen" is geworden

Shag is al jaren het goedkoopste alternatief op de markt. Waar een pakje fabriekssigaretten duur is vanwege de constante stijging van de accijnzen, blijft losse tabak verhoudingsgewijs veel economischer. Gevolg: het zijn voornamelijk lage-inkomensgroepen die ernaar grijpen.

Deze situatie creëert een structurele ongelijkheid:

  • welgestelde rokers hebben het gemakkelijker om hun verbruik te verminderen of te stoppen,
  • terwijl de meer bescheiden groepen blootgesteld blijven aan een goedkoper, toegankelijker en even schadelijk product.

Het verbieden van losse tabak zou daarom een maatregel zijn om ongelijkheden te verminderen, door te voorkomen dat de zwaksten opgesloten raken in een "discount" tabaksmarkt.

Onmogelijke controle van de werkelijk geconsumeerde hoeveelheid

Een van de grote problemen met shag is de variabiliteit van de dosis. Elke zelfgerolde sigaret kan bevatten:

  • meer tabak,
  • minder tabak,
  • steviger gevuld zijn,
  • langer branden…

Resultaat: consumenten weten nooit precies hoeveel tabak ze daadwerkelijk consumeren. Studies tonen ook aan dat shaggrokers vaak dieper inhaleren en hun sigaretten tot het einde roken, waardoor hun blootstelling aan giftige stoffen toeneemt.

Daarentegen maakt een pakje fabriekssigaretten nauwkeurigere monitoring mogelijk: 20 sigaretten = 20 identificeerbare eenheden.

Deze onmogelijkheid om het verbruik te kwantificeren maakt:

  • medische monitoring moeilijker,
  • de drempel van afhankelijkheid minder duidelijk,
  • geleidelijke ontwenning gecompliceerder,
  • volksgezondheidsevaluaties riskanter.

Het verbieden van losse tabak en vloeitjes zou daarom een manier zijn om het verbruik voor iedereen te verduidelijken en te reguleren.

Een kwestie van gezondheidsgelijkheid

Rookpreventie is grotendeels gebaseerd op maatregelen van zichtbaarheid, prijs, regulering en toegang. Maar als we een goedkoper alternatief laten bestaan, verliest dit beleid aan effectiviteit.

Door sommige consumenten toe te staan tabak tegen een lagere prijs te kopen, creëren we:

  • ongelijke blootstelling aan risico,
  • een verslaving die precaire huishoudens meer treft,
  • een economische barrière om te stoppen met roken (omdat shag wordt gebruikt om "vol te houden" met weinig geld).

Het elimineren van de verkoop van losse tabak en vloeitjes zou risico's en gedrag opnieuw op elkaar afstemmen, zodat gezondheidsbeleid werkelijk alle bevolkingsgroepen ten goede komt — inclusief de meest vergeten groepen.

Consistentie met de doelstellingen van een tabaksvrije generatie

België streeft naar een tabaksvrije generatie tegen 2040. Maar deze doelstelling kan niet worden bereikt als een vorm van tabak die bijzonder aantrekkelijk is voor jongvolwassenen en lage-inkomenshuishoudens op de markt blijft. Shag:

  • kost minder,
  • biedt een "ambachtelijk" of "minder industrieel" imago,
  • lijkt beter beheersbaar terwijl het vaak schadelijker is dan fabriekssigaretten in termen van werkelijke blootstelling.

Het verbieden van deze producten zou een structurele maatregel zijn, die voorkomt dat nieuwe consumenten zich in een goedkoop instappunt voor tabak storten.

Conclusie: een verbod om verslaving, ongelijkheden en onzichtbare risico's te verminderen

Het verbieden van de verkoop van losse tabak en vloeitjes zou geen punitieve maatregel zijn, maar een beleid dat consistent is met een volksgezondheidsdoelstelling gebaseerd op gelijkheid. Deze producten houden een dubbele illusie in stand: die van goedkopere tabak dus "minder ernstig", en die van gecontroleerd verbruik terwijl het in werkelijkheid moeilijker te meten is.

Door ze van de markt te verwijderen, zou België kunnen:

  • blijvende gezondheidsdiscriminatie verminderen,
  • consumptiegedrag beter controleren,
  • zijn beleid afstemmen op de bescherming van de meest kwetsbaren,
  • en een beslissende stap zetten naar een tabaksvrije toekomst.